Toen hij dat hoorde, liep Jozef bij hen weg en huilde. Daarna kwam hij weer terug en sprak met hen. Hij koos Simeon uit en liet hem voor de ogen van zijn broers vastbinden.
Nu liep hij het vertrek uit en huilde. Toen hij terugkwam, wees hij Simeon aan als degene die moest achterblijven en liet hem vastbinden waar zijn broers bij stonden.